De gemeente Amsterdam werkt aan een nieuwe koers voor de inrichting en het gebruik van de openbare ruimte in de stad: het programma Amsterdam Maakt Ruimte. Want Amsterdam groeit: de openbare ruimte in de stad wordt steeds drukker. Om er voor te zorgen dat Amsterdam ook in de toekomst een gezonde, leefbare, veilige en bereikbare stad kan zijn, moeten er scherpe keuzes worden gemaakt. Het is belangrijk dat deze keuzes aansluiten bij de behoeften en waarden van de bewoners en bezoekers van Amsterdam. Daarom konden zij meedenken over hoe zij het Amsterdam van de toekomst zouden willen zien, via een Participatieve Waarde Evaluatie (PWE).

In deze PWE-raadpleging werden bewoners en bezoekers van Amsterdam als het ware op de stoel van de beleidsmaker gezet. Hen werd gevraagd: Waar moeten we in de toekomst in Amsterdam meer ruimte voor maken? En waarvoor minder? 

Deelnemers kregen 16 doelen voor de toekomst van Amsterdam te zien. Deelnemers konden per doel aangeven of ze vonden dat een doel meer aandacht of minder aandacht zou moeten krijgen, door een schuifje te verplaatsen. Om deze keuzesituatie realistisch te maken waren er twee beperkingen: beperkte ruimte in de stad en beperkte inspanningsmogelijkheid van de gemeente. Hierdoor konden deelnemers ongeveer een derde van alle doelen kiezen.

4.795 mensen gaven uiteindelijk hun advies. Dit waren 975 mensen vanuit een panel dat representatieve uitkomsten oplevert voor de Amsterdamse bevolking op de kenmerken gender, leeftijd en opleidingstype. En 3.821 uit een open raadpleging waar iedereen aan mee kon doen. De raadpleging werd goed beoordeeld, met een rapportcijfer 7,3. 

Welke doelen vinden bewoners en bezoekers van Amsterdam belangrijk? Uit het brede rapport halen we een aantal inzichten.

Er is één doel dat significant meer aandacht krijgt van de gemiddelde paneldeelnemer dan de rest van de doelen: veilig buitenspelen voor kinderen. Het doel dat daarna de meeste aandacht krijgt heeft ook te maken met veiligheid: veilig verkeer, vooral voor kwetsbare verkeersdeelnemers. Daarna volgen vijf doelen die ongeveer evenveel extra aandacht krijgen van paneldeelnemers. Deze hebben te maken met een basisniveau van bereikbaarheid (snel en frequent openbaar vervoer; alle wijken goed bereikbaar met het openbaar vervoer; belangrijke voorzieningen kunnen bereiken met de fiets en toegankelijkheid voor de rolstoel, rollator en kinderwagen) en een groene stad (een groene stad met veel bomen, parken en natuur). Ook deelnemers aan de open raadpleging geven deze doelen meer aandacht. 

De gemiddelde paneldeelnemer geeft minder aandacht aan drie doelen. Deze hebben allen te maken met bereikbaarheid met de auto: snel en makkelijk met de auto van en naar het centrum; veel taxi’s en goed bereik voor taxi’s; en de auto dichtbij de bestemming parkeren. Voor de gemiddelde deelnemer aan de open raadpleging komt daar nog een vierde doel bij dat minder aandacht krijgt: betaalbaar parkeren. 

Deze uitkomsten zijn breed gedragen, door jong en oud, theoretisch- en praktisch opgeleiden, mannen en vrouwen, mensen die met verschillende vervoermiddelen reizen en door mensen uit verschillende delen van de stad. Ook deelnemers die vaak (meer dan 4x per week) met de auto reizen vinden dat er meer prioriteit gegeven moet worden aan veiligheid, basisbereikbaarheid en groen dan aan autobereikbaarheid.